Vorige week heb ik voor het eerst in Spanje een begrafenis meegemaakt. Eigenlijk voel ik nog steeds vooral ongeloof.
Vorige week woensdagochtend kreeg ik van een vriendin het bericht dat haar moeder afgelopen nacht was overleden, na een kort en hevig ziekbed. Ik kon het niet geloven. Ik had haar moeder een maand ervoor nog gesproken. We hadden de laatste tijd niet meer zoveel contact, maar wel een intense band met elkaar.
Adela: lieve, hartelijke, vrolijke en sterke vrouw, tweede helft 60, wonende in Álora. Zij verkocht huizen in de regio via de Britse makelaars. Zo hebben we haar ook ontmoet, omdat we hier vier jaar geleden al rondkeken naar huizen. Gaandeweg kregen we steeds meer contact en op een dag nodigde ze ons thuis uit. Wat een gevoel van welkom gaf dat. Het was nog maar in ons eerste jaar hier, we kenden bijna niemand en soms voel je je dan alleen zonder je familie en vrienden. Ik weet nog dat ze in onze eerste zomer in Álora met een pan vissoep voor onze deur stond, omdat ze had gehoord dat ik koorts had. Wat een schat! Ze stelde haar dochter aan ons voor en zij heeft ons enorm geholpen met integreren en is een vriendin geworden.
Adela was gek op de kinderen, ze knuffelde ze, zoals alleen Spaanse oma´s dat kunnen, zo ontroerend. Voor Isabel en Sebastiaan was ze hun surrogaat oma. Ze zei altijd tegen ons dat ze familie voor ons wilde en zou zijn, en dat de deur altijd open stond! We bezochten haar vaak dat eerste jaar. Ze ging met de kinderen de sinaasappelboomgaard in en plukte met hen tassen vol sinaasappels. Eigenlijk was ze doodbang voor slangen maar met de kinderen en de herrie erbij, ging ze ons moedig voor. Tegen vijf uur, het moment van de merienda (kleine maaltijd tussendoor) stond de tafel in een ogenblik vol met taartjes, broodjes, lekkere olijfolie, zelfgemaakte worsten, soepen en meer. Alles moest geproefd worden, ze kende zoveel mooie en smaakvolle gerechten. Ze was een inspiratiebron voor me.
Terug naar die verdrietige dag. Ik had het bericht vernomen en vroeg haar dochter of we nog naar de begrafenis konden komen, of dat er een ander moment was om afscheid te nemen. Ze berichtte me terug dat dezelfde dag nog haar crematie zou zijn. Om zes uur was er nog een mis.
Ik nam mijn hele familie mee naar de mis. Mijn kinderen waren stil en ingetogen. Zij waren overigens ook de enige kinderen. Zelfs de kleinkinderen van Adela waren er niet bij. Ik heb dat nagevraagd bij een vriendin en zij wist me te vertellen dat overlijden in zeker Zuid-Spanje nog een taboe is en al helemaal voor kinderen. Men wil de kinderen behoeden voor het verdriet en het sterven. Toen ik haar vertelde over hoe ik gedurende een aantal dagen afscheid had kunnen nemen van mijn moeder, was ze zeer verbaasd daarover. Daar had ze nog nooit van gehoord.
Tijdens de onpersoonlijke mis, zei mijn jongste op een gegeven moment: “Mam, ik wil nu naar Adela toe”. Hij was het wachten zat. Na een half uur werd de kist weggereden en ging de familie weg. Het was klaar, over. Iedereen ging naar huis. In nog geen 24 uur tijd was ze overleden, werd er afscheid van haar genomen en werd ze gecremeerd. Voor mij ging het gewoonweg te snel.
De dagen erna had ik nog wat contact met haar dochter. Ik vroeg haar hoe het met haar ging. Ze antwoordde dat ze “in puin lag”. Ze vervolgde: “Mijn moeder hield van jullie, jullie zijn familie en de deur blijft voor altijd openstaan.” Ontroerend.